De Opaalkust

Neem nu de Opaalkust, waar ik vaak naartoe ging om fossielen en schelpen te zoeken. De kliffen beginnen vanaf Sangatte, gaan zuidwaarts richting Cap-Blanc-Nez en verdwijnen ongeveer in Wissant. De kliffen in Sangatte zouden volgens een officiële geologische kaart van het BGRM (Bureau de Recherches Géologiques et Minières) in Frankrijk[1] dateren uit het Pleistoceen. Ongeveer halverwege tussen Sangatte en Cap-Blanc-Nez zouden die ‘leemkliffen’ overgaan in kliffen van het Krijt: op de kaart staat een duidelijke breuklijn of scheidingslijn getekend.

Vanaf Wissant tot Cap-Griz-Nez en dan Audresselles en verder zijn de kliffen van het Jura. Men heeft geen idee hoe die ‘Pleistocene’ leemafzettingen, die die bruine kliffen vormen,  zijn ontstaan. Men beweert dat de overgang abrupt gebeurt, en dat in het Pleistoceen, bij de afzetting van dit leem, de krijtrotsen een klif hadden. Maar als men goed kijkt naar deze formatie ziet men ernstige problemen.

Van nabij:

De overgang is heel duidelijk te zien:

Een perfecte overgang, het loopt gewoon door! Links zou Pleistoceen zijn, rechts begint het Krijt, dit materiaal zou zogezegd met een tijdspanne van 90 miljoen jaar verschil zijn afgezet en toch: dat loopt gewoon over in elkaar! Bovendien is er in het bruine ‘Pleistocene’ materiaal steevast krijt aanwezig, in mooi afgeronde nodulen of klompjes. Het materiaal is dus duidelijk vermengd en dus ‘verwant’ aan elkaar.

Ook in de zogenaamde Pleistocene kliffen zelf kan men hier en daar duidelijk krijt onderscheiden.

Dit staat niet vermeld op de Franse geologische kaart. Er staat enkel dat het gaat om leem vermengd met silex (vuursteen).

Het is duidelijk dat hier zich een zeer groot probleem stelt.

Verder is de bewering dat de krijtrotsen ontstaan zijn door opeenstapeling van coccolieten – kalkskeletjes van een soort algen, een onbewezen hypothese. Kalksteen bestaat voornamelijk uit micriet, dat ontstaat door de omkristallisatie van kalkmodder. In deze krijtrotsen zijn de onderste lagen vrij hard (je kunt er met een beitel amper doorheen), en zijn de bovenste vrij zacht (lijkt op schoolbordkrijt).

In Audresselles dan, zouden de gesteentelagen van het Jura dateren (ca. 150 miljoen jaar oud). Bovenaan zien we zeer zacht materiaal: klei. Als we naar onder gaan, blijft dit zacht materiaal aanwezig, pas als we helemaal onderaan komen, waar het materiaal overgaat van donkergrijs naar lichtgrijs, wordt het keihard. Door de druk en de samenstelling is het sediment vanaf daar zeer hard geworden: het heeft dezelfde kenmerken als arduin (hardheid, kleur, en aanwezigheid van fossielen, en de zwavelachtige geur wanneer men er met een hamer op slaat), maar het is even oud als dat zachte materiaal, en het bevat hetzelfde schelpmateriaal.

Links zien we nogmaals het uiterst zacht materiaal, een soort klei, met daarin schelpjes. Links op de figuur hieronder kun je zo’n losgepeuterd schelpje zien dat niet versteend is, maar nog steeds dezelfde samenstelling heeft als recente schelpen. Het is enkel een beetje zwart verkleurd. In het midden zien we iets harder materiaal, maar nog steeds dezelfde kleur. Rechts zien we het zelfde materiaal met dezelfde schelpjes in, dat keihard geworden is, met dezelfde hardheid en eigenschappen zoals blauwe hardsteen.

Zou deze formatie in Audresselles misschien moeten gedateerd worden in het Devoon? Of dateert dat arduin misschien uit het Jura?

Een fragment van het gesteente van Audresselles (Jura, ca. 150 Ma) bovenop een vensterbank van arduin (Devoon, ca. 360 Ma).

Indien het materiaal van het Jura werkelijk van het Jura zou zijn, en ooit onder een laag van het Krijt zou hebben gelegen, dan zou die laag van boven tot beneden keihard moeten zijn. Gezien het feit dat de laag van het Jura bovenaan zacht is, wil dat zeggen dat er sinds de afzetting ervan nooit meer iets bovenop deze laag is afgezet. Waarom is dat zachte materiaal dan in die 150 miljoen jaar nog niet weg geërodeerd? Naast al deze opmerkelijke verschijnselen kunnen we ons nog de vraag stellen: waarom ligt de laag van het Pleistoceen niet bovenop de laag van het Krijt? En waarom ligt er op de laag van het Jura geen laag van het Krijt? En waarom loopt de laag van het Pleistoceen gewoon door in die van het Krijt? Waarom liggen die lagen eigenlijk gewoon allemaal naast elkaar, in plaats van bovenop elkaar?