Een nieuw ‘levend fossiel’ uit de krijtrotsen van de Opaalkust

Onlangs was ik weer op vakantie aan de Opaalkust in Noord-Frankrijk, meer bepaald Sangatte en Cap-Blanc-Nez. Als ik daar ben, kan ik het uiteraard niet nalaten om weer op ‘onderzoek’ te gaan. In Sangatte was ik in staat om schelpmateriaal te vinden in de “Pleistocene” leem (in werkelijkheid meer kalkmodder), en in Cap-Blanc-Nez vond ik een aantal complete exemplaren van een brachiopode die vandaag nog bestaat.

Op deze website en in mijn boek staat de problematiek van de chronostratigrafie van de Opaalkust uitvoerig beschreven. In Sangatte beginnen de kliffen van zogezegd ‘Pleistocene leem met silex’, welke zogezegd abrupt stoppen, en waarna de krijtlagen van het Krijt (Turoniaan, 90 Ma) beginnen, terwijl men perfect de overgang kan zien, en beide lagen duidelijk tegelijk zijn afgezet geweest. Nu dacht ik onlangs: indien beide lagen tegelijk zijn afgezet geweest, dan moet er naast de bolletjes krijt en de silex, ook fossiel schelpmateriaal in die “Pleistocene” aardlaag te vinden zijn. De vorige keren had ik enkel krijtfragmenten gevonden. En inderdaad, vorige week nam ik een staal, en daarin vond ik fragmenten van schelpen terug.

Dan, in Cap-Blanc-Nez, vond ik in de krijtrotsen een aantal brachiopoden:

De meeste van de brachiopoden zijn doubletten: dat wil zeggen dat beide schelphelften aanwezig zijn, en dat ze gesloten zijn. Dat wijst op snelle begraving toen de brachiopode nog leefde (bij langzame sedimentatie zullen de schelpdelen namelijk uit elkaar vallen). Bij één brachiopode kon ik zelfs nog een rode kleur waarnemen, de originele kleur van de schelp. Verder zijn de fossielen in de krijtrotsen dun bezaaid: eens hier een fossiel, en dan daar, maar meestal vind je gewoon rotsblokken waar helemaal niets in te vinden is. Ik moest écht moeite doen om zelfs maar een stuk van (de afdruk van) een ammoniet te vinden.

De ‘officieel erkende’ Latijnse benaming voor deze fossiele brachiopoden ken ik niet, maar uiteraard wordt dit standaard als “uitgestorven” beschouwd. De soort die ik vond zal gedateerd worden in het “Krijt”. Maar er zijn brachiopoden die als twee druppels water hierop lijken, maar die in het “Ordovicium” gedateerd worden, en de benaming ‘Rhynchotrema dentatum‘ krijgen.

Hoe dan ook, het gaat allemaal om één en dezelfde soort.

De rode kleur, alsook de vorm van de schelp, wijst in één richting: van de uiterst variabele, vandaag nog bestaande brachiopode Coptothyris grayi. Deze brachiopode wordt in alle wateren van het noordelijk halfrond teruggevonden.

Kijken we even naar de foto’s van deze soort:

Je ziet: ENORM VEEL variatie binnen die ene soort (Coptothyris grayi is trouwens de wetenschappelijk enige erkende soort in dit geslacht). Het is duidelijk dat de fossiele brachiopoden van Cap-Blanc-Nez in wezen niet zijn uitgestorven, maar nog altijd bestaan. En die fossielen zijn natuurlijk ook geen miljoenen jaren oud (want dat is niet eens bewezen). Geen uitsterving dus. En evolutie…? Hoogstens vormvariatie.

1 Comments on “Een nieuw ‘levend fossiel’ uit de krijtrotsen van de Opaalkust

Plaats een reactie