Charles Darwin had het mis
Klassiek worden afbeeldingen met dinosauriërs altijd getoond met varens, boomvarens, reuzenpaardenstaarten, ginkgo’s, palmvarens, coniferen en andere gelijksoortige zogezegd “primitievere” planten. Dit zou de flora “ten tijde van de dinosauriërs” geweest zijn… en die flora zou samen met de dino’s grotendeels ten onder zijn gegaan 66 miljoen jaar geleden. Naast het feit dat de overblijfselen van die dino’s geen miljoenen jaren oud zijn, doordat er zacht weefsel en origineel celmateriaal in wordt gevonden, bestaat die flora nog steeds. En ik zal u het bewijs geven.
Bij ons kent iedereen wel de kleinere paardenstaartsoorten zoals heermoes en bospaardenstaart. Maar niet zoveel mensen weten dat hier bij ons in Europa ook de reuzenpaardenstaart (Equisetum telmateia) voorkomt die tot 1,80 meter hoog kan worden. Ze komt vooral voor in drassige gebieden. Elders in de wereld heb je nog veel grotere soorten. Zo heb je de zuidelijke reuzenpaardenstaart (Equisetum giganteum) die in Centraal- en Zuid-Amerika voorkomt en 2 tot 5 meter hoog kan worden. Tot slot heb je nog de Mexicaanse reuzenpaardenstaart (Equisetum myriochaetum) die eveneens in draslanden van Centraal- en Zuid-Amerika voorkomt en tot 8 meter hoog kan worden! Deze paardenstaarten vormen vaak hele bossen.
Bij boomvarens heb je verschillende soorten die op aarde voorkomen. Voorbeelden zijn:
Daar bestonden in de tijd van de dinosauriërs zogezegd zeer veel (zogezegd nu uitgestorven) soorten van, met diverse bladvormen. De enig vandaag bestaande soort is de Japanse notenboom (Ginkgo biloba):
Kijken we echter even naar de enorme mogelijke variatie in bladvorm bij Ginkgo biloba:
Dit is nog zo’n groep planten die vooral zou geleefd hebben ten tijde van de dinosauriërs. Er zouden heel veel “uitgestorven soorten” bestaan. Palmvarens komen vandaag echter nog steeds voor in alle grote tropische regio’s in de wereld, inclusief Afrika, Zuid-Amerika, Zuidoost-Azië en noem maar op. Er bestaan vandaag honderden soorten. Sommigen kunnen meer dan 1000 jaar oud worden.
Hier hoeven we geen tekeningetje bij te maken. Onder coniferen kennen we alle klassieke naaldbomen, zoals cypressen, dennen, sparren, zilversparren, sequoia’s, watercypressen (Metasequoia) enz… Nog allemaal te vinden vandaag.
Bij varens idem: dit zijn zogezegd “primitieve” planten; er bestaan vandaag nog steeds duizenden soorten wereldwijd, van in de tropen tot in de gematigde gebieden zoals bij ons.
De flora van de “tijd van de dino’s” bestaat nog altijd. En die dino’s leefden dan ook zo lang geleden niet…
Dat het merendeel van de flora uit de tijd van de Dinosauriërs nog altijd bestaat kan niemand ontkennen, maar dat roept vragen op, dezelfde vragen als bij het vinden van levende fossielen. Hoe verklaart de naturalist dat vele planten, en ook (zee)dieren geen (noemenswaardige) evolutie gekend hebben? Omdat dat niet hoefde? Dat zou kunnen, maar dat wil dan zeggen dat die nog bestaande planten of (zee)dieren zich gedurende miljoenen niet hebben moeten aanpassen aan hun evoluerende biotoop en evoluerende natuurlijke vijanden. Als je in een puzzel een puzzelstuk een andere vorm geeft, moeten de daaraan aansluitende stukken ook aangepast worden, en omgekeerd: als je de aansluitende puzzelstukken rond een bepaald puzzelstuk verandert van vorm en grootte, dan kan het desbetreffende puzzelstuk niet hetzelfde blijven. M.a.w. er zouden geen levende fossielen mogen gevonden worden als de evolutietheorie klopt. Levende fossielen zijn de stoorzenders in de evolutietheorie; zoals in een Jezusfilm waarin een acteur een polshorloge draagt of zijn gsm overgaat.
LikeLike